Al sinds de brugklas geeft de vraag “wat lijkt je leuk om te doen?” mij kriebels. Ik overwoog de kunstacademie, architectuur, kunstmatige intelligentie en industrieel ontwerp; ik probeerde technische informatica en filosofie, en maakte uiteindelijk hbo communicatie af. Omdat het zo lekker breed is. Lees: kiezen zonder echt te kiezen.

Een paar jaar geleden dacht ik te weten wat ik wilde, en begon een omscholingstraject tot software ontwikkelaar. Alleen: ik bleek dat maar half leuk te vinden, in de dageljkse praktijk. En dus sta ik voor de zoveelste keer voor dezelfde vraag: “wat lijkt me leuk?”.

Ik stond onder de douche na te denken over een hoornsonate die ik op de radio hoorde. Mijn vriendin doet een opleiding radio maken aan het conservatorium in Mechelen, en werkte mee aan een radioprogramma. In dat radioprogramma trad een jonge hoornspeler op, samen met een pianist. Het was niet extreem goed in de technische zin, geloof ik. Er was vast iets op aan te merken qua timing, weet ik veel. Ik ben geen muzikant. Maar het was desondanks te gek. En ik weet niet precies wat het was. Daarover dacht ik dus na onder de douche. Het was niet voorzichtig en dat was fijn. Maar het was ook niet brutaal, vaak toch het alternatief voor voorzichtigheid. Een amateurmuzikant die voor het eerst mag optreden op de radio lijkt me goed te plaatsen ergens op die as: voorzichtig want bang om iets fout te doen, of (het andere uiterste) brutaal om zeker te zijn dat niemand denkt dat je bang bent om iets fout te doen.

De betreffende hoornist is vast ergens op die as te plaatsen, maar de kern van wat er bijzonder was aan het optreden kan je pas vinden door op een andere as te zoeken. Welke as? Dat weet ik nog niet precies. Dat is een kwestie van woorden zoeken, proeven, niet te hard zoeken. Laten komen. En dat is een deel van wat ik fijn vind, maar niet wat ik nu wil zeggen. Waar ik nu even extra blij van werd is het besef dat ik plezier haal uit het idee dat er een soort ruimtelijkheid bestaat waarin een of meerdere assen, waarop je (in dit geval) een uitvoering van een hoornsonate kan plaatsen, en dat die assen een relatie met elkaar hebben. Zich ruimtelijk tot elkaar verhouden. Dat er een ruimte is waarin je, door die verschillende assen, die elkaar misschien wel kruisen, je vinger achter het onderscheidende van de uitvoering kan krijgen.

Nou is het niet zo dat ik nooit eerder dacht eindelijk te weten wat het is dat me beweegt of, beter nog, blij maakt. Nee, dat gebeurt met enige onregelmatigheid. Maar toch: dit hoort ook op die kleine stapel.

En het is helaas ook niet zo dat dit douche-inzicht direct een idee voor een (soort) baan oplevert. Maar toch. Laat ik even blij zijn met er blij van te zijn geworden, desondanks.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Copyright 2013 ikvergisme // Aangedreven door WordPress