Verboden liefde, zo hadden ze het genoemd. Wrang. Je kan niemand verbieden van iets of iemand te houden natuurlijk. Misschien kan je iemand verbieden die liefde te uiten, je kan de gedragingen die daarbij komen kijken verbieden. Misschien. En je kan twee mensen bij elkaar uit de buurt houden.
Misschien gaat het hier om de vleselijke liefde. Ook niet onbelangrijk. Of een huwelijk waar een stokje voor werd gestoken. Een boze vader, een beschermende broer. Je weet het niet. Maar verboden?
Op de Vlaamse televisie is een programma waarbij de host elke dag een (meer of minder) bekende Vlaming op de bank uitnodigt om twee keer een tekst voor te dragen. Een keer aan het begin van de uitzending; de tweede keer aan het einde. Tussen beide lezingen bespreken ze de tekst. Voila, zouden de Belgen zeggen. Mooie televisie.
Vorige week was er een Vlaamse psychiater te gast. Ze las een stukje voor van Yalom, de Amerikaanse schrijver/psychiater. Het ging over de mogelijkheid het voortleven van een overledene (die er volgens bepaalde religieuze stromingen uit zou zien als een versie van een hiernamaals, of in de biologie als een pure scheikundige aangelegenheid) te zien als een invloed die uitdijt, zoals de ringen in het water. Dat stelt je in staat te geloven in duurzame, echte invloed, zonder dat je hoeft te geloven in een soort magische plek. En je kan het bestaan van die plek afwijzen zonder daarmee overleden familieleden te reduceren tot stof en compost.
Gisteren overleed de oma van mijn vriendin. Aan corona. Een verdrietige dag. Want overlijdende oma’s: godverdomme nog aan toe. Alsof er een bot wat gewoon nog prima vastzat en een functie had met geweld uit je lijf getrokken wordt. Een stomp in je maag. Zo was het toch helemaal niet de bedoeling?
We spraken elkaar ‘s avonds over de uitvaart. De praktische dingen. Verdriet. Herinneringen. En we spraken over die kringen in het water. Over dat mijn ene oma in mijn hoofd er altijd nog is. In hoe ik dingen doe. En ik zie haar in mijn neven, in mijn zussen. En hopelijk later in mijn neefje, via mijn broer.
De andere oma is wat verder weg, maar dat heeft niks met de dood te maken: zij was gewon wat minder aardig voor me. Vond ik in elk geval.
Waar ik toe probeer te komen is dit: knappe jongen die mij de liefde voor mijn oma’s verbied. Verboden liefde? My ass!