Mannen hebben zo hun manieren van versieren. Ik kan eigenlijk alleen de romantische tobber. Vertelde haar over hoe het me spijt dat we in razend tempo verleren brieven te schrijven. Liefdesbrieven, vooral. De kunst van het verleiden op papier, het geduld om – na een of meer kladjes – je definitieve aanval op haar hart netjes, leesbaar, verleidelijk doch definitief aan het papier toe te vertrouwen. En dan het wachten.

Ze liet me haar zoenen.

Ik zag haar nooit weer, maar we schreven brieven. Over wat we deden, waaraan we dachten, over waaraan we ons stoorde en wat ons opvrolijkte. We schreven hoe het had kunnen zijn (ik), nooit zou zijn (zij) en hoe dat mij speet.

Nooit heb ik geweten of ik alleen haar schreef. Ze woonde samen, toen, en wellicht nog steeds. Zodra ik een brief had gepost zag ik ze voor me, zich verkneukelend, de laatste happen van hun avondeten sneller wegslikkend, om bij de koffie mijn nieuwste brief samen te ontleden. Leuk!

De spanning van het najagen van een bezette vrouw bleef, en dat is heel wat waard. Maar de spanning van iemand voor je te voelen vallen bereikten we niet. Ze gaf me de kans brieven te schrijven en dat was waarom ik had gevraagd. Maar meer kreeg ik dan ook niet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Copyright 2013 ikvergisme // Aangedreven door WordPress