Mijn gerechten zijn zo evenwichtig als hun kok: de kersen op de taart haast vergaan, door de lange tijd in de oven, maar de rand nog niet gaar. Waarom? Wist ik het maar. De huid van de vis, waarop ik de stakker bakte, plakt aan mijn oude koekenpan, terwijl het vlezige gedeelte rond de okseltjes van zijn voorvinnen nog glazig en drillerig is. De worteltjes bijna snot, de koffie al koud. Het deeg wil niet rijzen, terwijl de slagroom alweer ingezakt is. Niets loopt in de pas. Zozeer zelfs, dat ‘de pas’ een te grote jas is. De rode draad van dit verhaal is alleen te vinden in de afwezigheid van samenhang. De boodschap wordt gekenmerkt door nonexistentie.

Maar waarom dans ik zo uit maat?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Copyright 2013 ikvergisme // Aangedreven door WordPress